Onder grote belangstelling van bekend en onbekend Nederland ging de nieuwe voorstelling Viva La Diva in première in de Schouwburg Amstelveen. Na een film met Meryl Streep, verschillende voorstellingen en zelfs een docu op Netflix is het nu tijd dat Florence Foster Jenkins de Nederlandse tonelen gaat betreden. Vol verwachting stroomt de foyer al vroeg vol met bezoekers die niet kunnen wachten om samen terug te gaan naar het New York van rond 1940.

Het verhaal

Florence Foster Jenkins (gespeeld door Frédérique Sluyterman van Loo) is een welgestelde societydame. Ze heeft enorm veel geld, genoeg kennissen en alles wat ze maar kan wensen. Het enige wat de mensen om haar heen wensen zijn een setje oordopjes. Florence kan veel, maar ze kan zeker niet zingen. En om nou te zeggen dat ze er alles aan doet om beter te worden. Integendeel, repeteren is banaal en iets voor amateurs. Waarom zou ze ook repeteren als ze bij elk optreden staande ovaties krijgt. Haar omgeving hoort wel dat ze tergend vals zingt maar moedigt haar toch aan. Niemand is eerlijk genoeg om Florence eerlijk te zeggen hoe ze over haar kwaliteiten denken, zelfs haar partner niet. Blind voor de werkelijke reacties werpt Florence zich keer op keer weer voor een zaal vol vrienden en bekenden.

 

Na het ontslaan van haar vorige concertpianist dient zich een nieuwe kandidaat aan in de vorm van de heer Cosmé McMoon (gespeeld door Erik Brey). De onwetende pianist gaat het avontuur aan en begeleidt Florence tijdens een nieuw recital. Ook McMoon durft in eerste instantie niets te zeggen over het zangtalent van zijn nieuwe werkgeefster. Hij verzorgt zelfs de begeleiding op haar eerste langspeelplaat. Florence haar dromen worden steeds groter en groeien zelfs uit tot een optreden in de Carnagy Hall. Haar partner St. Clair Bayfield (ook gespeeld door Erik Brey) en McMoon doen er samen alles aan om dat idee uit haar hoofd te krijgen. Florence is vastberaden en gaat ervoor.

Na de lach volgt een traan

In het begin word je goed opgewarmd door de vertellende stem van Erik Brey. Hij geeft het publiek een kleine introductie en zorgt ervoor dat het hoofdpersonage binnen de eerste minuut al een staande ovatie krijgt. Vervolgens neemt Frédérique Sluyterman van Loo het stokje over en zorgt met haar aanwezigheid dat direct het hele podium gevuld is. Binnen een paar tellen heb je als toeschouwer al door naar wat voor type vrouw je zit te kijken. Ondanks dat er vanaf het begin al grappige opmerkingen heen en weer gaan tussen Erik en Frédérique, zit je toch te wachten op dat ene moment waarop Florence gaat zingen. En dat moment komt al vrij snel. Het is echt een kunst om beheerst vals te zingen. Iedereen weet wel hoe je een valse stem kan opzetten maar niet hoe je dat goed en gedoseerd doet. Frédérique heeft dit erg goed weten te vatten zonder dat het lijkt alsof je naar trucje zit te kijken. Je gelooft echt dat Florence zo vreselijk slecht zingt.

Zowel Frédérique als Erik zetten hun personages sterk neer en laten deze niet los tot de laatste seconde samen op het podium. Er is een duidelijke stijl gekozen en daar wordt op een natuurlijke manier aan vast gehouden. Beiden hebben de gave om zo’n verhaal te kunnen dragen en dat doen ze dan ook op een smaakvolle manier. Je zit als toeschouwer te kijken naar een mooi en grappig verhaal. Maar de stijl, woordkeuze en grappen zorgen ervoor dat het niet plat wordt.

De voorstelling kent naast de verschillende grappige ook zeker serieuze en meer gelaagde momenten. Je leert Florence het beste kennen wanneer de humor even plaats maakt voor het gevoel. Dan pas zie je hoeveel deze dame al heeft moeten doorstaan en waar die gedrevenheid en vechtlust vandaan komen. Deze momenten zijn breekbaar te noemen en worden prachtig weergegeven door de samenwerking van het pianospel van Erik en het spel van Frédérique. Deze momenten hadden van mij soms wel langer mogen duren om echt tot de kern te komen. Op sommige punten laat het verhaal je een eigen interpretatie vormen van hoe iets in elkaar zit. De makers hebben bewust gekozen om de situatie soms expres in het midden te laten. Voor de een werkt dit beter als voor de ander.

Het stuk wordt vrij vlot gespeeld en is nooit saai. De keuze van klassieke nummers die gebruikt worden, zorgen voor herkenbaarheid. Wanneer er wordt gezegd dat Florence het nummer van de Koningin van de Nacht gaat zingen, heb je vast al wel een idee hoe dat gaat klinken. De humor tussen de karakters had iets scherper gemogen op sommige momenten. Soms is er gekozen voor een veilige weg, zeker wanneer het ongemakkelijk dreigt te worden. Het moment waarop McMoon voor het eerst en als enige uitspreekt dat Florence echt niet kan zingen, mist iets. Dat moment zou voor het eerst voor een kanteling kunnen zorgen die helaas uitblijft. Is dit storend voor het verhaal? Zeker niet, maar wel een gemiste kans.

Lachen opent de ziel

Wanneer we Frédérique na afloop spreken, geeft ze aan haar stem gelukkig goed te kennen. Ze geeft zelf zangles en kent haar eigen stem door en door. Ze heeft dan ook geen hulp gehad van een stemcoach om het ‘’valse’’ geluid goed te benaderen. ‘’Florence zingt met veel lucht en haar adem zit hoog. Wanneer je deze twee samenbrengt, kom je al aardig in de buurt van haar geluid’’. Ze kijkt terug op een mooie avond maar vind het soms lastig om al naar zichzelf te kunnen kijken. Erik zegt daarop liefkozend dat Frédérique 1000 keer beter is dan dat ze zelf soms denkt. Ook hij is tevreden met het eindresultaat. Erik zegt: ‘’De titel ‘’tragikomedie’’ is een term die snel bedacht wordt. Ik noem het zelf liever een ontroerende komedie. Het is inderdaad een stuk waar veel in gelachen wordt maar het is niet bedoeld om Florence Foster Jenkins belachelijk te maken. Wanneer er goed wordt gelachen opent de ziel. Daarna komen emoties vaak beter binnen. Die wisselwerking is magisch’’.

De voorstelling de komende periodes nog in 30 theaters door heel Nederland. Kijk voor de kaartverkoop en speeldata op: https://www.vivaladivatheater.nl/. Het is een voorstelling waar je als publiek echt van kan genieten. Het is een verhaal over geloven in jezelf, doorzetten en vasthouden aan je dromen, ongeacht wat een ander daarvan vindt. Daarom eindig ik dit stuk met de inspirerend woorden van Florence haarzelf: ‘’Iedereen kan zeggen dat ik niet kan zingen. Maar niemand kan zeggen dat ik niet gezongen heb’’.

Verslag: Robert Bal
Foto’s en video: Eline van den Vonder