De komedie van een bankoverval speelde jarenlang met doorslaand succes in het Londense West-End. Dit succes is sindsdien overgewaaid naar andere landen. Sinds de première op 16 oktober 2023 in de Goudse Schouwburg is deze komedie ook in Nederland te zien! De komedie prijst zichzelf aan als “een onbetaalbaar kolderiek verhaal vol behendige acrobatische kronkels, optische trucs en fenomenale sketches en manoeuvres, nog nooit eerder in de Nederlandse theaters vertoond.” Als een stuk op zo’n manier wordt aangeprezen, zijn de verwachtingen hoog gespannen.
Het verhaal gaat over twee boeven (Joey Schalker & Martin van der Starre) die uit de gevangenis ontsnappen. Na de ontsnapping beginnen ze aan alweer hun volgende rooftocht; het overvallen van een bank, om een daar opgeslagen diamant buit te maken. De bank in kwestie wordt gerund door de heer Dries Zwarte (Rogier Komproe). Samen met zijn secretaresse (Cathalijne de Sonnaville), een stagiair (Arie Cupé) en zijn neef (Lars Vaessen) zorgt hij voor de veiligheid van de bank. Wanneer de dochter van de bankier (Suzanna Pleiter) echter een zakkenroller ontmoet, die de zoon van de secretaresse blijkt te zijn (Buddy Vedder), worden de zaken íets ingewikkelder. Door samenkomst van omstandigheden komen zij in het complot van de boeven terecht. Als dan ook nog eens de geheime politieagent (Zjon Smaal) de bank komt onderzoeken voor een fraudezaak, is de chaos compleet. Een georganiseerde chaos, vol met humor, acrobatische hoogstandjes (zelfs een scéne op zijn kop gespeeld) en hilarische scènes. Zo zou het stuk kunnen worden omschreven. Daarmee komt het de vooraf geschepte verwachting zeker tegemoet.
Als publiek word je op hoog tempo van de ene na de andere grap geleid. Dit pakt over het algemeen zeer goed uit, het gelach in de zaal was constant aanwezig tijdens het stuk. Het hoge tempo van de grappen, met daarbovenop veel decorwisselingen en dubbelrollen van de spelers, zorgde er soms voor dat het iets lastiger te volgen was. De ene grap is nog niet verwerkt waarna de volgende al werd gemaakt. Toch was dit alles behalve storend. Juist door dit tempo viel je als publiek van de ene verbazing in de andere. Hierdoor was niets voorspelbaar en vroeg je je de hele tijd af “wat kan er nú nog gebeuren dat dit overtreft”. Zelfs de gedachten die je dan had, werden overtroffen. Dit kwam mede door de excentrieke personages die zijn neergezet, de wijze waarop de spelers op elkaar zijn ingespeeld en de grootsheid in het onverwachte. Daarbij was de muziek en de zang passend bij wat zich op het toneel afspeelde.
Dat het stuk een goede voorbereiding vergde, was duidelijk. Het stuk zit namelijk bomvol fysiek uitdagende scénes. Voor Buddy Vedder is de zwaarste scène een scène waarin hij zichzelf met één arm moet optrekken om boven een bed te blijven hangen.
“Vooral naar beneden is het zwaarst, omdat ik dan met een arm en een been naar beneden hang. Er hangt een bungeetouw waar ik mij enigszins aan vast kan houden, maar dat geeft niet echt ondersteuning omdat het nogal meeveert. Je moet daarbij je lichaam zo strak mogelijk houden waardoor je daar steun uit kan halen”. Hij heeft voor deze rol intensief getraind: “Toen ik wist dat dit project eraan zat te komen, in januari, ben ik anders gaan eten en drie keer in de week structureel gaan trainen. Ik wist al dat ik mezelf met een arm moest optrekken, dat is echt loodzwaar. Ook is dit genre er bij gebaat dat alles snel gaat, zo dat het publiek het nog kan begrijpen maar wel op een goed tempo. Ik wilde ervoor zorgen dat de show niet op mij stokt, maar door kan in het tempo waarin het is bedoeld.”
De leukste scène om te spelen vindt hij de hintscène “. In deze scène moet ik een snor opplakken, mijn haren grijs maken en met een stok manoeuvreren. Het was de meest complexe scene. Die hebben wij tot aan gisteren nog getweakt en bijgewerkt.” Nadat werd gevraagd of er in zo’n scène weleens wordt geïmproviseerd antwoord Buddy: “Nee, nee. Welkom bij een productie van Jon van Eerd. Die legt alles van tevoren goed vast. Hij is de koning van de lach en híj weet hoe je dat goed moet neerzetten. Daar willen we ook trouw aan zijn. Hij is de geestesvader van het stuk. Ik vertrouw hem volledig en vanavond durf ik wel te zeggen dat ik heb gevoeld dat het dan ook werkt.” Over of hij dat aan het publiek heeft gemerkt zegt Buddy het volgende: “Tijdens de try-outs kon ik nog helemaal geen gevoel hebben met het publiek, omdat ik helemaal in de scène zat. Nu heb je de try-outs al gehad, waardoor je je oren een beetje op het publiek durft te leggen. Volgens mij hebben ze een hele leuke avond gehad (al is dat soms nog gevaarlijk om te zeggen). Er was in elk geval veel gelach te horen. Dus dat is lekker” Verder geeft hij aan dat het echt een superleuke groep mensen is om mee te spelen en dat het fijn is om als acteur goed materiaal in je handen te hebben. Dat is leuk, omdat je er dan voor je gevoel écht wat mee kan.
Jon van Eerd zegt over het toepassen van zijn skills als “de koning van de lach”: “Het is toch 40 jaar ervaring in de komedie die ik meebreng. Dat is toch iets dat aan me is gaan zitten. Ik weet daardoor heel goed wat werkt en wat de juiste technieken zijn. Die moet je zo goed mogelijk overbrengen. Je moet spelers daarin ook geruststellen. In een repetitie wordt er bij de eerste keer dat je een grap speelt heel erg gelachen. De tweede keer nog een beetje. Vanaf de derde keer heb je het al een aantal keer gehoord. Dan komt er na veel repetities een fase dat de acteurs iets hebben van ‘dit is niet leuk meer’. Dan moet je met zoveel jaar ervaring achter je, wel kunnen overbrengen dat het wél werkt. Jon heeft een heel goed gevoel over hoe het stuk is ontvangen bij het publiek tijdens de show. Hij is zelf meer dan tevreden en is trots op de spelers.
Deze komedie in de traditie van Harrie Vermeulen gaat inderdaad nog een flinke stap verder dan u mogelijk van hem gewend bent. De stijl van de humor moet wel bij je passen, maar als je de komische stukken van Jon van Eerd kan waarderen, is dit zeker een komedie die zorgt voor een avond vol plezier en verassingen.
Kijk voor meer informatie op https://www.pretpakhuis.nl/dkoeb
Verslag: Eline van den Vonder
Foto’s: Mariska Steenbergen