Het was een bijzondere avond in het DeLaMar theater in Amsterdam. Naast dat het voor de musical Titanic van Graaf & Cornelissen de stadspremière was, was het ook het jubileum van Mariska van Kolck. Die op dinsdag 12 juli, 25 jaar in het musicalvak zit. Dit werd natuurlijk gevierd.

Na een bijzondere voorstelling werd van Kolck bij het slotapplaus verrast. Vanuit de coulissen verscheen Hans Cornelissen en in het publiek kwam pers tevoorschijn. Dit allemaal ter ere van de musicalcarrière van Mariska van Kolck, die tijdens de voorstelling het 25e jaar aantikte. Van Kolck geeft aan wel op de hoogte te zijn van haar jubileum, maar dat ze zo verrast werd, had ze niet aan zien komen.

Met een geschrokken maar euforische blik stapte ze naar voren om naast Cornelissen te staan. De emotie van van Kolck werd versterkt op het moment dat ze erachter kwam dat familie en vrienden speciaal voor haar in de zaal zaten. Na afloop van dit moment was er in de foyer een gezellige borrel ter ere van van Kolck.

Ondanks dat Mariska van Kolck al 25 jaar in het vak zit behoudt ze haar enthousiasme en ambities. Ondanks dat ze niet weet wat de tijd met haar stem zal doen, vertelt ze dat ze hoopt nog lang in het vak te blijven. En ze een steentje bij kan dragen aan vele mooie producties die er komen gaan.

In de afgelopen 25 jaar heeft van Kolck bij vele producties mogen schitteren. Zoals bij De Jantjes, Wat zien ik en Op hoop van zegen. Haar persoonlijke favoriet is haar rol als Roxy in de musical Chicago. Voor haar start in de musicalwereld stond ze als danseres al vaak op het podium. Wat haar tijdens haar carrière goed is bijgebleven is de combinatie van werk en gezin. Ze kan zich nog al te goed herinneren wat voor een uitdaging het was om zeven dagen in de week op het podium te staan en in de tussentijd haar twee zonen op te voeden.

Dat het jubileum van Van Kolck zo gevierd werd is voor Hans Cornelissen niets meer dan terecht. Hij vindt het juist belangrijk om mensen in het zonnetje te zetten die al zo lang in het vak zitten.

Verslag: Sanne Bitter
Foto’s: Marloes Romeijn