Gisteravond speelden de derdejaars studenten muziektheater van Codarts hun laatste voorstelling van het schooljaar. Drie totaal verschillende stukken, gemaakt en gespeeld.  Wat hen verbond? De durf om de vierde wand te doorbreken. Geen afstand, geen veilige scheidslijn tussen speler en toeschouwer, maar direct contact. De zaal werd onderdeel van het spel, van het verhaal, van de beleving.

Hoe klonk dat dan?

Hoe klonk dat dan? was een originele en sprankelende taalshow waarin Eva Groenen met flair en gevoel de diversiteit van Nederlandse accenten vierde. Met een vlotte mix van sketches, muziek, interactieve vragenrondes en poëzie werd het publiek meegenomen in een ode aan de klankkleuren van ons land. De voorstelling was luchtig en grappig, maar wist ook een gevoelige snaar te raken.

Het dialect-alfabet vormde een hilarisch en creatief hoogtepunt, waarin vier verschillende accenten liefdevol werden uitvergroot. Ook de herinterpretatie van ‘Het is een nacht’ in verschillende dialecten was slim gedaan en gaf een verrassend nieuw perspectief op een bekend nummer. Tussen alle vrolijkheid door wist de voorstelling ook te ontroeren – zoals met het gedicht van Toon Hermans, dat de kracht en emotionele lading van taal benadrukte.

Wat deze productie sterk maakte, was de balans tussen humor en inhoud. Eva slaagde erin om niet alleen accenten te parodiëren, maar ze ook te waarderen en de persoonlijke betekenis ervan te belichten. De boodschap – dat taal verbindt en elk accent een verhaal vertelt – kwam helder over. Een originele, ontwapenende show die liet zien dat taal niet alleen communicatie is, maar ook cultuur, identiteit en emotie.

Een Collectief

Een Collectief was een rauwe, komische en ontregelende voorstelling die speelde met de vorm van theater én de kwetsbaarheid van samenwerking. Wat begon als een abstracte dansperformance, gleed langzaam af naar een absurd, pijnlijk en herkenbaar groepsdrama.

Met een slimme mix van stijlen – van moderne dans en slapstick tot pijnlijk realistische ruzies en bizarre koeiencomposities – werd de illusie van “samen” op scherp gezet. De dynamiek tussen de drie spelers (Tess van de Hoef, Jasmijn Veerman en Stian Olesen) was scherp en wrang: grappig, maar kwam vaak ook pijnlijk dichtbij.

De kracht van de voorstelling zat in het contrast tussen serieuze vormgeving en de kinderlijke chaos op scène. Het collectief bleek even broos als echt, en juist dat maakte deze performance ontroerend én ongemakkelijk.

Murder Ballad

In de muzikale thriller Murder Ballad namen vier studenten (Chimene van Dijk, Julia Bronkhorst, Raquel Benito Martin en Xanthi Ivens) het publiek mee in een broeierige vertelling over liefde, overspel en wraak. Er ontvouwde zich een compacte, maar zinderende voorstelling waarin spanningen langzaam opliepen tot een dodelijke climax.

De cast speelde met overtuiging en sterke onderlinge afstemming. De zang was indringend, met mooi uitgevoerde meerstemmigheid en duidelijke tekstbehandeling. Emoties werden niet alleen gezongen, maar ook fysiek voelbaar gemaakt, wat de voorstelling intens en meeslepend maakte.

Deze uitvoering van Murder Ballad was rauw en spannend tot het eind.