Brecht Coppers heeft zijn examen helemaal zelf gemaakt en hij wilde zijn publiek raken met hetgeen hij als kunstenaar maakte. Deze combinatie van zowel maker als speler was voor Brecht een uniek proces dat hij voor geen goud had willen missen.
Brecht werd ondersteund door Wera Misset en Ward van Klinken en muzikaal begeleid door Carl van Kuijck, Morgan Webster en Willem van der Zanden. Regie was in handen van Loek de Bakker en Melle Kunst met choreografie van Ruben Santens, Arrangementen Erik Vlasblom en vocal coaching door Ivar Costenoble, Edward Hoepelman en Ingrid Zeegers.
De inspiratie voor dit stuk startte vanuit de vraag hoe wij mensen elkaar beoordelen en veroordelen. Zo kwam hij tijdens zijn gesprekken met zijn dramaturg, Jacolijn Booij, tot een verhaal over een jonge koning met een hele zware kroon. Dit stuk was het resultaat van een artistiek onderzoek en een uiting van wat er in de hersenen van Brecht schuurde. Het decor bestond uit een kledingrek met kleding en waarbij verder alles aan de fantasie van het publiek overgelaten werd.
Het verhaal van deze koning Roderick kan ons eraan herinneren aan waar we vandaan komen om ons te motiveren de richting te kiezen waar we heen willen en perspectief te bieden waar we stil staan.
De voorstelling van Brecht is heerlijk extravagant waarbij zelfs de medestudenten in het publiek werden ingeschakeld om hun bijdrage te leveren aan deze voorstelling waarbij de vierde wand soms even doorbroken werd. Het spel van Brecht is dynamisch, maar hij weet dat uitstekend te doseren en het samenspel met zijn medespelers Wera en Ward was intrigerend. Wat willen die mensen bereiken en wat wil de koning zelf en wat wil hij niet?
Brecht heeft een intrigerende voorstelling geschreven en gespeeld waarbij hij zichzelf en zijn medespelers naar grote hoogtes bracht en waarbij mooie zang en mooi gedreven spel naadloos in elkaar overliepen waardoor er mooi muziektheater gemaakt werd dat aan een vol theater met succes werd gepresenteerd.