Het was gisteravond haast de hele avond doodstil in de Leidse Schouwburg. Waar normaal nog weleens gekucht of gepraat wordt, kon je gisteravond de spreekwoordelijke speld horen vallen. Pas toen er vlak voor het einde van de voorstelling wat rumoer was op de gang, hoorde ik de eerste kuch.
Vanaf de eerste minuut word je in het briljant geschreven boek van Dick Walda en het script van Allard Blom getrokken. Soy Kroon en Thomas Cammaert spelen afwisselend Lex van Weren en schakelen moeiteloos over naar een andere rol waarbij vooral de Duitse kampofficier angst aanjaagt. Zodra de een b.v. Tilly (de vrouw van Lex), de vader van Lex of een medegevangene speelt, pakt de ander de rol van Lex op. Dit is geen moment verwarrend. Het spel van beide mannen is ijzersterk, strak, maar niet te beklemmend waardoor het verhaal in zich helemaal kan ontwikkelen. Regisseur Eddy Habbema heeft er voor gezorgd dat het verhaal niet te zwaar is zonder ook maar iets af te doen aan de kracht van het boek. Het decor van de hand van Joris van Veldhoven past perfect in deze voorsteling weet de juiste snaar te raken die bij deze voorstelling hoort. Wellicht eenvoudig in opzet maar zo krachtig in uitvoering met een grote im[pact als het doek open gaat en de voorstelling begint.
Het verhaal
Lex van Weren wordt geboren in 1920 en groeit op in Amsterdam. Het spelen op de trompet leert hij zichzelf aan. Als in de Tweede Wereldoorlog het hele gezin Van Weren wordt opgepakt en op transport wordt gezet naar vernietigingskamp Auschwitz, is het juist de trompet die hem het leven redt. Als enige van het gezin weet hij, als lid van het kamporkest, de verschrikkelijke tijd in het kamp te overleven als gevangene 16848. In 1980 haalde schrijver Dick Walda hem, na jaren van zwijgen, over om zijn verhaal te vertellen. Dat schokkende en emotionele relaas vormt het hart van deze intieme productie.
De voorstelling begint in 1952. De Poolse regering heeft, zeven jaar na de oorlog, overlevenden uit de kampen uitgenodigd om nog een keer een bezoek te brengen aan voormalig vernietigingskamp Auschwitz. Zo ook Lex van Weren en zijn vrouw Tilly. Het is die reis die we volgen. Van de hotelkamer de nacht ervoor, de ontbijtzaal als ook het bezoek zelf. Eenmaal terug in Auschwitz komen de herinneringen. Aan de treinreis, de aankomst, het overleven. Het spelen in het kamporkest want de rode draad is de muziek. Altijd de muziek. Naast zijn doorzettingsvermogen, zijn kracht en zijn moed zijn het de muziek en zijn trompet die Van Weren de verschrikkingen doen overleven.
De Theater BV staat bekend om zijn mooie voorstellingen maar heeft zich dit keer weer overtroffen. Trompettist in Auschwitz heeft een indringend verhaal dat subliem wordt verteld door Soy Kroon en Thomas Cammaert.
Deze bijzondere en beangstigend actuele voorstelling is nog te zien t/m 6 mei. Kijk voor tickets op https://www.trompettist.eu
er zijn geen afbeeldingen gevonden