Afgelopen zaterdag, op de dag van de onafhankelijkheid van Suriname, ging in het DeLa Mar theater in Amsterdam ‘Boni de musical’ in première. Nadat miljoenen Nederlanders inmiddels het verhaal van Neerlands bekendste verzetsstrijder Erik Hazelhoff hebben gezien, wordt het nu tijd voor het verhaal van die andere vrijheidsstrijder uit onze geschiedenis: de Surinaamse Boni.
Regisseur Stanley Burleson (zelf van Surinaamse afkomst) heeft van het script van Lars Boom op de muziek van Norman van Geerke een levendige, unieke en diverse voorstelling gemaakt, uitgevoerd door een cast geheel van kleur, ieder met zijn eigen persoonlijke link naar deze bewogen vaak ook beladen roots, en zij brengen dit met trots en power.
Stichting Doewet, Twenty8 Productions, Het Zuidelijk Toneel en Vereniging Ons Suriname produceren het geheel en Sheela Visser-Soebhag produceert met haar Productiebedrijf Twenty8 Productions diverse grootschalige theatervoorstellingen waarbij diversiteit en inclusiviteit een belangrijke rol spelen. Behalve in Nederland organiseert Sheela ook theatervoorstellingen in Suriname en op Aruba.
In deze nieuwe musical wervelen de acteurs, zangers en dansers o.a. Urvin Monte, Jeannine La Rose, Susan Malaika Bailey, Juneoer Mers en Juan Wells ons terug naar de 18e eeuw, met zang, spoken word, rap en soul. Op sommige momenten wel wat veel tegelijk en vooral in het begin wat schreeuwerig, maar hieruit blijkt direct de wilskracht van de cast om dit verhaal goed en met power te brengen. Wel het devies om vooraf goed even de woordenlijst uit het programmaboekje door te nemen mocht men geen kennis van de Surinaamse taal hebben. In bepaalde delen wordt er namelijk native gesproken wat vooral de ‘white priviliged visitor’ iets achter stelt in het volgen van de dialogen.
Wie is Boni?
Boni, gespeeld door Urvin Monte, was een Afro-Surinaamse verzetsstrijder die leefde in de 18e eeuw. Hij werd in vrijheid geboren en groeide op met een sterk gevoel van onrechtvaardigheid en verlangen naar vrijheid.
Zijn moeder (Jeanine de La Rose) is zijn baken en zijn alles, en Jeanine speelt deze rol ook met enorme overtuiging van de liefde voor haar zoon, ondanks de afschuwelijke verkrachting die haar zwanger maakte. ‘Vind je het erg dat ik wit in mij heb’ vraagt Boni haar en zij overtuigt hem van haar liefde. Prachtige zang en mooi liefdevol spel. Op een dag, toen Boni nog maar een tiener was, besloot hij te vluchten. Hij wist dat het een gevaarlijke onderneming zou zijn, maar hij was vastberaden om zijn vrijheid te herwinnen. Samen met een groep andere slaven begon Boni aan een lange en gevaarlijke reis door de dichte jungle van Suriname. Gedurende hun reis werden ze geconfronteerd met vele uitdagingen, maar Boni en zijn medevluchtelingen gaven niet op. Ze hielpen elkaar en vonden kracht in hun gemeenschap. Na maanden van ontbering en strijd bereikten ze uiteindelijk een afgelegen gebied in het binnenland van Suriname, waar ze een nieuw leven konden opbouwen.
In dit afgelegen gebied begon Boni zijn verzet tegen de slavernij. Hij organiseerde een groep van vrijheidsstrijders, die bekend stonden als de Boni-marrons. Samen met zijn strijdmakkers Jolicoeur (Xavier Molijn) en Baron (Leo-Alexander Hewitt) leidt hij een groep gevluchte tot slaaf gemaakte in de strijd tegen de kolonisator. Ze vielen plantages aan, bevrijdden andere slaven en vochten tegen de blanke kolonisten die hen onderdrukten. Juan Wells, die de machtige blanke De Friderici speelt, doet dit met behoorlijke komische toon. Hoewel er natuurlijk niets grappigs is aan de onderdrukking en de deals die hij maakte met o.a. Bambi (Juneoer Mers). Juneoer is weer helemaal back in business, want de schakeling tussen het komische, maar daarnaast ook het getergde verraad naar Boni en het uiteindelijke zich afzetten tegen de deal en de witte macht speelt hij zeer bevlogen. Boni en zijn Boni-marrons waren zeer succesvol in hun verzet. Ze kenden het terrein goed en waren zeer bedreven in guerrillatactieken. Ze waren een constante bedreiging voor de plantage-eigenaren en de koloniale autoriteiten. Het verzet van Boni en zijn Boni-marrons duurde vele jaren. Ze slaagden erin om een aantal belangrijke overwinningen te behalen en de aandacht van de koloniale machthebbers te trekken. Uiteindelijk leidde dit tot de afschaffing van de slavernij in Suriname in 1863.
Boni wordt nog steeds herinnerd als een held en symbool van verzet tegen onderdrukking. Zijn moed en vastberadenheid hebben bijgedragen aan de bevrijding van vele slaven en hebben een blijvende impact gehad op de geschiedenis van Suriname. De dood van Boni deed de Surinaamse gemeenschap beseffen dat in eenieder een Boni zit. De strijder, de koppige dromer, de liefdevolle en gebroederlijke man die hij was, leeft voort.
Met deze voorstelling ‘leert’ het publiek en stuk vaderlandse koloniale geschiedenis belicht vanuit een kant die een spotlight verdiend, die volle zalen verdiend, die het aanhoren waard is. Ze komen nog door heel Nederland om uiteindelijk in april 2024 in Koninklijk theater Carré te eindigen met een overduidelijke boodschap:
Fri yu no é kisi, gi fri wi e feti! (Vrijheid krijg je niet, voor Vrijheid vechten wij)
Verslag: Mariska Steenbergen
Foto’s: Eline van den Vonder