Ambitieus was dit project zeker te noemen en daardoor waren wij erg benieuwd naar het eindresultaat wat werd gebracht tijdens de première van de Enschedese musical: Door Het Stof. Voor deze productie is er een unieke samenwerking op touw gezet door onder andere Theater Producties Twente, Wilminktheater en Muziekcentrum Enschede, Nederlandse Reisopera, Theater Sonnevanck, Theatermakerij, Consensus Vocalis en het Wilmink Project Orkest. Er is kosten noch moeite gespaard om speciaal voor de gelegenheid van de 700ste verjaardag van Enschede eens goed uit te pakken.
Goed om te weten is dat deze voorstelling in 3 delen wordt opgevoerd. Het stuk is verdeeld over 2 zalen, met ieder een eigen verhaal die parallel aan elkaar beginnen te spelen. Als bezoeker word je dus op voorhand in 2 groepen verdeeld en start jouw verhaal dus anders dan de andere helft. Aan het einde voegt het publiek zich weer bij elkaar en volgt er een grootse finale. Wij begonnen bij het rijke gedeelte van de fabrieksbazen (deel 1) in het Wilminktheater, vervolgde onze weg naar de arbeiders (deel 2) in het Muziekcentrum Enschede en bleven daar uiteindelijk hangen voor het finalestuk (deel 3). Het kan dus zijn dat wat wij deel 2 noemen, jij straks dus als eerste deel te zien krijgt wanneer je de voorstelling bezoekt.
‘’Door het stof is een fictief verhaal, losjes gebaseerd op het tijdperk waarin Alphons Ariëns leefde en werkte. De musical speelt met historische thema’s als sociale ongelijkheid, religie en arbeidersstrijd, maar de personages, gebeurtenissen en dialogen zijn ontsproten aan de verbeelding van de makers. Wie de echo van Ariëns hoort in deze vertelling, hoort geen letterlijke geschiedenis, maar een hedendaagse interpretatie van zijn tijd en idealen’’ zoals te lezen staat op de website van de productie. Het verhaal gaat in grote lijnen over de vooravond van de grote textielfabriek staking rond 1890. 9 arbeiders zijn na een incident ontslagen en dat zorgt voor onrust binnen de gemeenschap. Waar de rijke fabrieksbazen een feestelijke avond beleven zitten de arbeiders in zak en as en beraden ze zich op vervolgstappen. Het is aan kapelaan Alphons Ariëns om de rust terug te brengen door het starten van de onderhandelingen tussen beide partijen. Waar het aan de ene kant vooral gaat om rijkdom, zorgeloosheid en familieperikelen is het aan de andere kant pure armoede, grote zorgen en dat beetje hoop op een beetje bestaanszekerheid die de boventoon voeren.
Deel 1: Te lang van stof?
Bij binnenkomst in de zaal van het Wilminktheater is het eerste wat opvalt het grootse decor wat op je staat te wachten. Op de achtergrond speelt een stemmig muziekje en je kijkt je ogen uit naar de grote muren en schilderijframes die boven het toneel zweven. Kort voor aanvang nemen 4 ensembleleden plaats achter een schilderijlijst die zich op de achtergrond bevinden. Het is dan ook direct duidelijk dat je je bevind bij de rijke tak van de Tukker adel. Vader Jan-Ritsaert (Laus Steenbeeke) heeft twee zoons: Doede (Fabian Jansen) en Karel (Alexander Schuitema), samen bezitten zij een textielfabriek die Karel later zal moeten gaan overnemen als oudste zoon. Ter ere van Karel zijn verloving met Jenne (Baleria Bagchus) is er groot feest in huis. Doede is samen met zijn vrouw Geeze (Laurien van Rijswijk) aangehaakt om voor het eerst gebruik te maken van een ‘’lopend buffet’’. In eerste instantie lijkt het op een zorgeloos leven waar er volop gegeten, gedronken en gepraat wordt met elkaar. Dat zal snel veranderen wanneer Alphons Ariëns (Danny Westerweel) binnen gestormd komt met het laatste nieuws. Al snel komen familiegeheimen boven tafel en slaat de sfeer dan ook om. Maakt Karel nog wel de juiste beslissingen door achter zijn familie te blijven staan? Ziet vader Jan nog wel de menselijke kant in van zijn arbeiders en is Doede niet gewoon te hard geweest met de ontslagen van die 9 arbeiders?
Het groteske van de familie zit hem niet alleen in hoe ze zich opstellen maar ook in hoe er wordt omgegaan met decor, spel en belichting. Het licht is vaak wat koud en harder om zo de sfeer wat kracht bij te zetten. Enkele minuten na aanvang komt een enorme dinertafel uit het plafond zakken die midden op een draaischijf wordt gepositioneerd. Het ‘’lopende buffel’’ mag je dan ook vrij letterlijk nemen. De draaischijf met de tafel daarop draait in een best tempo rond waardoor de acteur vanuit verschillende posities hun verhaal vertellen. Na een tijdje was het prettig geweest om daar iets meer rust in te brengen door de schijf te laten stoppen met draaien. Het leidt soms meer af dan dat het wat toevoegt. Daarbij was het verhaal vanuit de rijke kant vrij dun. Dit gedeelte duurde 1 uur en had, als je puur was uitgegaan van de hoofdlijnen ook in 40 minuten gespeeld kunnen worden. Het muzikale gedeelte werd verzorgd door een kwartet die met een barok getinte soundtrack sommige situaties opvulde of ondersteunde. De zang was in deze goed en passend bij het thema wat op het toneel werd neergezet. De spanning zit hem in dit deel in het einde wanneer er grote ruzie uitbreekt en er drastische beslissingen gemaakt worden. Beslissingen die je later pas goed zal snappen. Ook moet je als publiek wel scherp blijven op de namen die genoemd worden. Omdat er ook namen uit het andere gedeelte (deel 2) al voorbijkomen is het soms wat lastig om de verbanden al te leggen. Dit komt uiteindelijk wel goed wanneer je de gehele voorstelling hebt gezien. Over het algemeen wordt er goed gespeeld door alle acteurs, daar is zeker niks over te zeggen. Het is vooral in de snelheid en gevatheid die gemist werd tijdens dit deel.
Deel 2: Zeken niet stoffig te noemen
De sfeer in de zaal van de arbeiders is direct heel anders. Op het podium zijn grote houten installaties te zien gehuld in jute doeken. Op en neer lopen arbeiders die al dansend en zingend het publiek rustig opwarmen voor wat komen gaat. Het is duidelijk dat wij ons nu bevinden in een fabriek waar de arbeiders zich dag en nacht bevinden. Qua sfeer heel anders dan het deel hiervoor doordat er bijvoorbeeld met het zachtere licht meer van de warme kleuren wordt uitgegaan. Wat ook vrij snel opvalt is het ‘’wij-gevoel’’ die de arbeiders uitdragen. Deel 2 wordt geopend met een groots ensemblenummer die je gelijk het gevoel geeft dat er met hen niet te sollen valt. Bette (Ellen Pieters) deelt bier uit en bespreekt de situatie in de fabriek met de dwarse en joviale Waandr (Jelmer de Groot) tot wanneer weduwnaar Bats (Han Oldigs) aanschuift. Hij zit in zak en as omdat hij éen van de 9 arbeiders is die is ontslagen wegens zijn grote mond richting zijn bazen. Hij maakt zich vooral zorgen over hoe hij nu nog voor zijn 2 dochters moet zorgen zonder inkomen. Zijn vriend en socialist Koops (Remco Sietsema) wil in opstand komen en in gevecht gaan met de rijke heren boven hen. Ook Bats zijn dochter Saar (Julia Lammerts) is woedend en kan niet aanzien wat het ontslag met haar vader doet. Saar is in strijd met zichzelf omdat zij en geheim met zich meedraagt die ingaat tegen de situatie rondom haar vader en de gebeurtenissen die de arbeiders aangaan. Ook hier is het weer aan Alphons Ariëns om de rust weder te laten keren en de arbeiders te laten inzien dat zij meer macht in handen hebben dan dat ze zelf doorhebben. Ariëns zal namens de arbeiders hun wensen neerleggen bij de fabrieksbazen om zo erger te doen voorkomen.
Ons enthousiasme over dit gedeelte is erg groot. Dit deel is spannend, uitdagend, verrassend, opzwepend, snel en vooral een genot voor het oog. De muziek past goed in dit stuk en wordt hier live gespeeld door een orkest die zich achter op het toneel bevindt. Het live spelen zorgt voor een extra sfeer in de zaal en geeft een goed gevoel bij de nummers die gebracht worden. Het ensemble wat grotendeels bestaat uit figuranten wordt slim ingezet en is echt een toevoeging in dit gedeelte van het verhaal. Er werd geweldig gespeeld door ieder die in dit deel het podium betrad. Er waren vrijwel geen momenten die verslapte en de spanning werd lekker snel opgevoerd. Dit gedeelte duurde ook 1 uur maar hier had je het gevoel dat het na 40 minuten al afgelopen was. Als publiek heb je misschien ook al wel de neiging om sneller affiniteit te hebben met de arme arbeiders. Er is vrij weinig voor nodig om hun situatie en vragen te kunnen begrijpen en daarin mee te voelen. Dat verhaal en gevoel lijkt gemakkelijk over te brengen maar ook hierin wisten de acteurs goed in te slagen doormiddel van hun spel en emoties die snel afgewisseld werden. Het was dan ook dat we na dit deel voluit bleven nabespreken over wat we gezien hadden.
Hebben genoeg stof tot spreken
Nu we beide gedeeltes hebben gezien konden we wel stellen dat wij blij waren met de volgorde zoals die nu was. In deel 1 van de rijke waren het vooral vragen die nu in deel 2 van de arbeiders werden beantwoord. Waren deze delen omgedraaid geweest had je wat ons betreft dus eerst de antwoorden gehad in het arbeidersdeel en had je daarna pas in het deel van de rijke de aanleidingen gezien. Ook qua spanningsboog was het erg prettig om in te komen bij de rijke om vervolgens in het druisende gedeelte van de arbeiders te stappen. Erg leuk om te zien hoe sommige rollen opduiken in scènes in beide gedeeltes om weer een nieuwe wending aan het verhaal te geven. Voor ons zeker een meerwaarde aan de totale beleving van dit stuk. Ook mede omdat je vaak in het tweede gedeelte wat meer informatie al hebt en zit te wachten tot een karakter dan komt binnenvallen bij wijze van. Er is enorm veel respect voor de rollen die tijdens de voorstellingen tussen beide locaties pendelen. Danny Westerweel weet zonder ook maar een moment buiten adem te zijn opnieuw een scène in te stappen alsof er daarvoor niks gebeurd is. Het gevoel wat hij in Alphons Ariëns legt is indrukkend en overwichtig te noemen, precies wat je graag zou willen zien in een kapelaan die een grootse taak te vervullen heeft. Hij is de stabiele en dragende factor in deze productie en weet dan ook zeer overtuigend zijn rol neer te zetten. Daarnaast was de rol van Burgemeester Ijzergat (Christiaan Schreuder) minder treffend. Hierin werd de burgemeester soms meer neergezet als karikatuur en wist de serieuze thema’s van het stuk niet te raken. De burgemeester kwam in beide delen voor en was soms een vreemde eend in de bijt. Er miste een bepaalde urgentie en serieuze houding die je van een burgervader zou willen zien. Of het nou kwam door de toch jonge acteur die de rol neerzette of het karakter zelf is ons niet duidelijk geworden. Mogelijk dat andere keuzes de rol meer urgentie en toegevoegde waarde hadden kunnen geven. Ook werden er door de bezoekers om ons heen vragen gesteld over het Twentse accent en het gebruik daarvan. In veel gevallen werden woorden niet juist uitgesproken en dat is jammer. Zeker als je naar een voorstelling gaat die een bepaalde regio zou moeten representeren. Na een opwarmend eerste deel en een spettert deel 2 volgt er na een tweede korte pauze dan het finalestuk in deel 3……
Deel 3: Doet nogal wat stof doen opwaaien
Het slotstuk wordt opgevoerd in dezelfde zaal als het arbeidersdeel. De stoelen zijn weggehaald en er loopt een steiger dwars door de zaal heen. Omdat het volledige publiek hier aanwezig is maak je dit deel staand mee en zijn er nog zitplekken op het balkon voor wie toch liever zit. Deel 1 en 2 hebben een vrij duidelijk en dramatisch einde waarvan je graag wil weten hoe het nu verder gaat. Gaan de arbeiders nu in de aanval richting de rijke fabrieksbazen? Komen de kampen door bemiddeling van Alphons Ariëns toch dichter tot elkaar? En hoe loopt het af in het grote herenhuis aan het einde van het rijke deel? Eerlijk gezegd weten we nog niet echt goed waar we naar gekeken hebben. Op geen van de vragen komt een duidelijk antwoord en het verhaal lijkt echt te zijn geëindigd bij de vorige delen. Tijdens de finale kom je terecht in een soort ‘koortsdroom’ van kapelaan Ariëns die zichzelf het een en ander verwijt. De rijken en armen komen via de loopbrug nog net niet in polonaise opgelopen en nemen plaats aan een grote tafel. Ze bespreken hier de situaties met elkaar maar er wordt niet meer inhoudelijk op ingegaan. Vervolgens wordt er nog wel gesproken over een situatie waarin rijk en arm elkaar metaforisch zouden kunnen vinden in de vorm van een liefdeskind. Deze conclusie treft uiteindelijk kant noch wal en zorgt ervoor dat je een beetje gedesillusioneerd de zaal verlaat. Waar wij toch lichtelijk gehoopt hadden op een grote finale met een gevecht of een happy end verlieten we zonder een duidelijke eindconclusie of boodschap de zaal. Zeer gemiste kansen voor het creatieve team om beide kanten te belichten en met een climax het publiek jubelend de zaal te doen laten vertrekken.
Al met al is het een voorstelling die voor Twente zeer veel zal doen. Verhalen die dicht bij de mensen en bewoners staan spreken altijd zeer erg aan en worden dan ook massaal bezocht. Je hebt een vermakelijke avond en een unieke theaterbeleving die je niet snel ergens anders zal vinden. Het gebruiken van 2 zalen en 2 verschillende verhaallijnen hebben we al eerder gezien. Toch is de vorm en grootsheid die nu gebracht wordt van een zeldzame soort te noemen. Het is heerlijk om goede acteurs (waar de gehele cast uit bestaat) zoals Laus Steenbeeke, Ger Oldings, Ellen Pieters en Alexander Schuitema weer op het Enschedese podium te zien. Er zit voor iedereen wat in om over na te denken en zal daarmee dan ook een groot publiek aanspreken. De volgorde zoals wij hem nu hebben mogen zien raden wij ieder aan. Wij denken dat je de beleving en het verhaal dan het beste tot je kan laten komen. Deze voorstelling kun je bezoeken van 11 juni t/m 13 juli in het Wilminktheater en Muziekcentrum in Enschede. Kaarten en meer informatie zijn via verschillende kanalen verkrijgbaar maar vooral gemakkelijk te vinden via: https://www.doorhetstof.nl/. Geniet van een origineel Twents verhaal en bezoek deze voorstelling in de stad waar dit zich weldegelijk allemaal heeft afgespeeld.
Robert Bal