Aan de vooravond van de Nationale KinderTheaterWeek, van 23 tot en met 30 oktober, blijkt uit onderzoek van Hendrik Beerda Brand Consultancy dat kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar iets minder interesse hebben om naar het theater te gaan. Daarnaast laten ouders in het onderzoek weten dat de geplande btw-verhoging voor hen een reden is om nog minder te gaan.
Sinds 2023 onderzoekt Hendrik Beerda Brand Consultancy, in opdracht van het Nationaal Theater Fonds in hoeverre kinderen van 4 t/m 12 jaar Nederlandse theaters bezoeken en wat de reden en/of drempel is om wel/niet te gaan. Uit de tweede meting blijk dat ouders het in 2024 het nog altijd heel belangrijk vinden dat een kind een theater kan bezoeken. Al laat dit wel een lichte daling zien. Waar het in 2023 om 77% van de ouders ging, zeiden in 2024 73% van de ouders dat ze een theaterbezoek heel belangrijk vinden. Ten opzichte van 2023 geven minder ouders aan dat hun kind interesse heeft om naar een concert of voorstelling te gaan. In 2023 was dat 84%, in 2024 is dat 80%.
‘Dit is iets waar we aandacht voor moeten hebben,’ laat Albert Verlinde, voorzitter van het Nationaal Theaterfonds weten. ‘Het is niet dat we ons zorgen maken over deze daling, maar we moeten wel voorkomen dat die lijn zich voortzet. Te meer omdat een deel van de ouders heeft aangegeven dat de geplande Btw-verhoging, vanuit de politiek, voor hen een reden is om nog minder naar het theater te gaan. We zijn blij dat op regelmatige basis dit onderzoek wordt uitgevoerd, zodat alle theatermakers in Nederland een goed beeld krijgen wat er bij het publiek leeft.’
Ook geven ouders aan dat men minder naar het theater gaan sinds ze kinderen hebben. Waar dat in 2023 nog om 27% van de ouders ging, is dat gestegen naar 32% in 2024. Mocht de Btw-verhoging doorgaan, geeft 14% van de ouders, die afgelopen jaar naar het theater zijn geweest, aan dat dat voor hen een reden is om minder te gaan.
Een opvallende reden voor het minder frequent bezoeken van het theater is dat kinderen liever de voorkeur geven aan buiten spelen met hun leeftijdsgenoten. Dat aantal is gestegen van 54 naar 57%. Een grote fluctuatie is te zien in de interesse van gamen. In een jaar tijd is dat met tien procent van 52 naar 42% gedaald. ‘Dat zijn beide goede ontwikkelingen,’ laat Albert Verlinde weten. ‘Het is fantastisch dat kinderen graag buiten spelen. Het zijn uitkomsten waar wij als Nationaal Theaterfonds weer mee aan het werk kunnen.’