Op zondag 8 september ging in de Goudse Schouwburg in Gouda de nieuwste sprookjesmusical van Van Hoorne Studio’s in première. Na een glazen muiltje en een gouden schaar, is dit jaar de zoektocht gestart naar het meisje met de stem zo zuiver als het water van de zee. Deze spetterende voorstelling was eerder in seizoen 2018-2019 te zien. Wat is er anno 2024 aan dit sprookje veranderd en verbeterd, zonder dat er aan de krachtige Van Hoorne formule voorbij gezwommen wordt?
De Kleine Zeemeermin
Het doek opent en we zijn op het schip van prins Christian (Wesley Florijn). Door een schipbreuk belandt hij in het water, maar wordt al snel gered door Elize, de kleine zeemeermin. (Sita Vermeulen). Sindsdien is hij vastbesloten: hij moet en zal het meisje vinden die hem gered heeft. Maar wie is het? Hij kent alleen haar stem. Door middel van een zangwedstrijd hoopt prins Christian het meisje te vinden. Echter, : hij weet niet dat hij haar al eerder in levenden lijve heeft ontmoet. Mét benen, maar zonder stem.
Oud en vertrouwd
Sita Vermeulen is een bekend en vertrouwd Van Hoorne gezicht. Ook in deze show speelt ze weer de prinses die we van haar gewend zijn. Zelfde stemkleur, mimiek en lichaamstaal. Dat neemt niet weg dat alles klopt en dat de kindjes in de zaal vol verwondering naar haar kijken. Sita Vermeulen heeft weinig spreekteksten. Logisch, want zij ruilt haar stem in voor benen. En dat doet ze bij Octavia, vandaag gespeeld door Marisa van der Meer. Haar vocale talenten laat ze zien tijdens het nummer Vertrouw Me Maar, met op het einde een uithaal die ook zo door de theaterzalen van Broadway of WestEnd zou kunnen klinken. Ze is samen met haar stekelige hulpje Wammes (Aron Bruisten) de komische noot in de voorstelling. De humor kennen we inmiddels al, maar toch slaan de grapjes elke keer weer aan. Ook deze keer bulderen de kleine prinsjes en prinsesjes in de zaal om de flauwe woordgrapjes en het welbekende schrikmoment.
Vernieuwingen
Nieuw in de Van Hoorne Familie is onder andere Ger Otte. Hij neemt dit jaar niet één, maar twee rollen voor zijn rekening. Aan de ene kant de standvastige en beschermende Triton, en aan de andere kant de komische, excentrieke en een tikkeltje overbezorgde hoofdlakei Finn. Hij vindt het omschakelen tussen deze twee rollen echt een uitdaging, maar geniet volop. Ook nieuw is prins Wesley Florijn. De chemie tussen hem en Sita Vermeulen is geloofwaardig en knap uitgespeeld. Leeftijdsverschil? Niet te zien! Waar Florijn uitblinkt in spel, is de zang af en toe op het randje. Dit wordt tijdens het nummer De Stem Van Het Bal prima gemaskeerd door het ijzeren en spatzuivere ensemble. Het ensemble verdient onzes inziens een grotere rol in deze voorstelling, met meer solozang en gesproken teksten. Ze zijn een schitterende toevoeging als vissen, prinsessen en matrozen, maar verdienen een groter solistisch shine-moment.
Ook nieuw was dat er geen enkele speler deze productie uit zijn rol viel. Niemand had de slappe lach, alle teksten werden keurig gezegd en er was weinig tot geen improvisatie. De voorstelling was erg binnen de lijntjes gekleurd. Dit was jammer, want dit soort momenten zijn altijd hilarisch om naar te kijken. Hopelijk gebeurt het nog naarmate de voorstelling vaker gespeeld wordt.
Naar een hoger niveau
Van Hoorne tilt dit sprookje naar een hoger niveau. Letterlijk. Waar in de eerste versie het zwemmen werd verbeeld door wielschoentjes, is er in deze versie voor gekozen om bepaalde figuren echt te laten vliegen. Door middel van twee touwen ‘’ zwemmen’’ Elize en Gup zeker drie, vier meter boven de grond. Een zichtbare spanning op het gezicht, want het is niet niks! ‘Het is een waanzinnige ervaring. In de repetitieruimte hebben we wel geoefend, maar daar hadden we niet de hoogte zoals in het theater. Daar hebben we pas voor het eerst gevlogen. Het is doodeng, want straks zit er een kabel niet goed. Maar als je eenmaal zweeft, is het fantastisch!’ aldus Stijn Mac Gillavry.
Naast de teksten en de vormgeving heeft ook de muziek een frisse opknapbeurt gekregen. Er zijn verbeteringen op het gebied van tekst en kwaliteit. Zo horen we een rappende Gup, een catchy opening met een lekkere beat, nieuwe koorarrangementen én muziekbanden die live zijn ingespeeld. De muziek in combinatie met de zang klinkt fantastisch als het te verstaan is. Bepaalde karakters waren – vooral in het begin – slecht te verstaan. Was er in deze productie geen ruimte voor nieuwe liedjes? Waar in Assepoester en Rapunzel nieuwe songs te horen waren, is dit niet het geval in deze voorstelling. Hierdoor voelt het meer aan als een reprise dan een nieuwe show.
Toekomst
Hoe hou je het Van Hoorne concept vast, maar vernieuw je wel? Die vraag stelden wij aan Michael van Hoorne. ‘We willen alles mooier en groter. De Kleine Zeemeermin is ook onze beste voorstelling tot dusver. We hebben ervoor gekozen om dit sprookje opnieuw te spelen, omdat het erg aanslaat. Kijk maar naar de recent verschenen film. Onze vormgeving wordt steeds beter, mooier en groter.’.
Maar wat kunnen we nu volgend theaterseizoen verwachten? Voor de échte Van Hoorne fans die alle sprookjesmusicals van binnen en buiten kennen, is er een grote hint te horen in het nummer De Toverspreuk. Na de heftige schipbreuk kunnen we aankomend theaterseizoen heerlijk uitrusten bij Doornroosje de Musical. Alhoewel, uitrusten bij zo’n sprookjesfeest is knap lastig! De voorstelling werd in 2020 gestopt wegens de Corona Pandemie. In het seizoen 2025-2026 wordt het sprookje opnieuw gespeeld, met uiteraard weer een frisse, vernieuwde vormgeving.
Dat Van Hoorne Studio’s elk jaar weer prachtige familiemusicals maakt, staat ook dit jaar weer als een paal boven het zeewater.
Verslag: Dave Moses
Foto’s: Ilse van Vliet