November is voor musicalvereniging Belcanto ieder jaar het moment van de waarheid. Met ‘Our House’ waren ze toe aan hun 65ste (!) productie. Een jaar lang hebben liefhebbers en vrijwilligers hard gewerkt om trouw te blijven aan de originele ‘Our House’ van Tim Firth. Opdracht geslaagd, want de productie overtuigde in spelplezier en staging.

De muziek

 Als je ‘Our House’ hoort dan is het gelijknamige lied van Madness nooit ver weg. Dat is ook niet nodig, want deze musical draaide wel degelijk rond de muziek van de band. Sterker nog, het leek wel alsof de muziek voor de musical gemaakt werd.

 Dit jaar bestaat Madness 40 jaar. “Geen betere manier om dat te vieren.” dacht gezelschap Belcanto. Met liedjes als ‘It Must Be Love’, ‘Baggy Trousers’ en natuurlijk ‘Our House’ maakte de Londense groep furore over heel de wereld.

In 2002 zocht de groep contact met Tim Firth, de schrijver die onder andere musicals als Calendar Girls en Kinky Boots op zijn palmares had staan, om een musical te maken. Dat gebeurde, en in 2003 won de musical in Londen zelfs een Olivier Award voor beste nieuwe musical.

Het verhaal

 Joe Casey groeit op in een huis in het Londense Camden Town. Zijn vader heeft het huis verlaten nadat hij vrijgelaten werd uit de gevangenis, en zijn moeder doet haar best om Joe en de rest van de buurt een goed leven te geven. Als Joe op zijn 16de verjaardag indruk wil maken op zijn vriendinnetje, Sarah, loopt het mis. De politie komt achter hem aan, en hij staat voor een keuze: zich laten oppakken of vluchten.

 Wat volgt zijn twee verhalen: het zwarte verhaal (nadat hij vluchtte) en het witte verhaal (nadat hij zich liet meenemen). We zien hoe zijn leven in beide gevallen verdergaat, en hoe zijn keuze als jonkie daar invloed op heeft. Witte Joe dat alle moeite om zijn leven terug op de rails te krijgen en krijgt heel wat tegenslagen, terwijl Zwarte Joe zich een weg baant naar het illegale leven en veel geld verdient. Tot het leven van zijn ouderlijk huis in Casey Street, vernoemd naar zijn grootvader, op het spel staat.

Podium vol enthousiasme

 Een ingewikkeld verhaal dus om mee aan de slag te gaan. Maar Belcanto, en regisseur Menno Neuw, banen zich er toch een weg in. Mooie decors, enthousiaste choreografieën, goeie acteerprestaties en adembenemend snelle kledingwissels.

Het fijne aan voorstellingen die door een groep liefhebbers gemaakt is, is dat het spelplezier er afdruipt. De dankbaarheid waarmee de hele cast op het podium staat heeft een grote inloed op het uiteindelijke product. En dat product is iets waar Belcanto zeer trots op mag zijn.

Wesley Van der Veken zet een ontzettend goede Joe Casey neer. Hij slaagt erin om het verschil tussen witte en zwarte Joe duidelijk te maken en er twee verschillende rollen van te maken. Dat is wat een verhaal als dit ook nodig heeft. Hij wordt bijgestaan door Taja Boudry, in de rol van Sarah, die Joe tempert en liefheeft. Het spel van Taja laat ons echt in het verhaal geloven.

De twee hoofdrolspelers worden aangevuld met gastrollen die, ondanks hun soms korte scènes, dynamiek en de nodige humor creëren. Bjorn Van Vooren zet een fantastisch klunzige Emmo neer, en Simon Rogiest maakt met zijn rol als Lewis ‘de drie musketiers’ compleet. Toch is een van de sterkste punten van de voorstelling nog vergeten: de choreografie en staging.

De combinatie spelplezier en enthousiasme werd nog verder aangevuld door de staging en het decor. Bij songs waar ook het ensemble op het podium stond, verdween geen een van hen op de achtergrond. Allemaal stonden ze daar met hetzelfde gevoel: genietend. Met de juiste choreo zorgde dat voor pakkende scènes. Songs als ‘Baggy Trousers’ en ‘Tommorow’s Just Another Day’ kwamen volledig tot zijn recht doordat het ensemble goed klonk en de staging en manier van bewegen dat positieve alleen maar aanvulde.

Kortom: Belcanto overtreft zichzelf met deze 65ste voorstelling. Klein of niet, ze zorgen voor een prachtig decor, enthousiaste medewerkers, spelplezier en een mooie voorstelling. Genoeg redenen om er volgend jaar, bij hun versie van ‘Side Show’ bij te zijn!

Verslag: Joke Vereecken
Foto’s: Annemie De Smet