Op Codarts in Rotterdam zagen we het afstudeerconcert van vierdejaars Muziektheaterstudente Willemijn van Holt. Groots, maar toch mooi klein gehouden en humoristisch, dat waren de voornaamste kenmerken van haar solo. Samen met Jules Vermei had ze een ongelofelijk goede chemie en daardoor hoorde je ook regelmatig lachsalvo’s door de zaal gaan.
Willemijn heeft een keur aan gezichtsuitdrukkingen die haar spel heel levendig maken. Ook haar articulatie is mooi en prettig om naar te luisteren. Zelfs onvervalst Amsterdams gaat haar goed af. Met Jules had ze in plat Amsterdams een komisch gesprek waarin ze diverse gezegdes, uitdrukkingen en namen verhaspelden. Soms moest het publiek even nadenken waar de ‘fout’ zat, waarna je algauw gegniffel hoorde.
Ook erg interessant om te zien was een zangles waarin een prachtig zelfgeschreven liedje van Willemijn door de zangleraar werd vervormd naar een vreemde soort eigenheid wat daardoor eigenlijk helemaal geen eigenheid meer was. Willemijn volgde de opdrachten van de zangleraar (Jules) erg goed op, wat naast de mooie zang ook verrassende komische stemeffecten gaf en je hier goed kon horen wat ze met haar stem kan doen.
Geweldig qua timing was de soundcheck van twee erg goed op elkaar ingespeelde achtergrondzangers. Er was eenrichtingsverkeer van woorden, opmerkingen en korte zinnen, maar het commentaar aan de andere kant miste, dat gaf een erg grappig effect. Hierbij waren de gezichtsuitdrukkingen ook weer fenomenaal.
Tussen alle komische elementen bracht Willemijn ook twee nummers, waarvan één met Jules, die lieten horen dat je eigen individu heel belangrijk is, je bent goed zoals je bent.
Hopelijk gaan we al het goede van Willemijn terugzien in de theaters, want het boeit om naar te kijken! Komend seizoen is Willemijn te zien in Haal het doek maar op van De Graaf & Cornelissen.
Verslag: Rosalie Kyvon
Foto’s: Peggy de Haan